Erfgoedhalte Zandvoorde

De Zandvoordse roots van Jacques Brel

Jean-Baptiste Brel was in 1758 de eerste Brel die in Zandvoorde ging wonen, na zijn huwelijk met de Zandvoordse Marie Ferrest. Jean-Baptiste was een succesvolle landbouwer, net als de meeste van zijn nakomelingen. Via huwelijken met vooraanstaande lokale families kregen de Brels steeds meer in de politieke pap te brokken. Zo werd Jean-Augustin, de kleinzoon van Jean-Baptiste en de overgrootvader van Jacques Brel, in 1833 burgemeester van Zandvoorde. Hij zal dit blijven tot in 1885 (zie grafsteen op het kerkhof). Als herenboer met veel grond vertegenwoordigde hij de katholieke maar liberaal gezinde elite van het dorp, die zich onderling graag in het Frans uitdrukte.

In 1926 kwam Hilaire Brel aan het roer van het dorp te staan. Hij bezat al minder grond, maar genoot dankzij de steun van de tabaksboeren toch een zekere status, en bleef burgemeester tot 1966. Zijn neef, Romain Brel, was de vader van Jacques Brel. Romain Brel werd geboren op de Zandvoordeplaats 45 (zie gedenkplaat). Romain vertrok in 1911 naar Congo. In 1926 kwam hij terug naar België en vestigde zich in Schaarbeek, waar Jacques Brel op 8 april 1929 werd geboren. Romain Brel was er vennoot in de kartonfabriek van zijn schoonbroer Amand Vanneste. De bedoeling was dat zijn twee zonen hem daar zouden opvolgen, maar Jacques bedankte en werd artiest. In 2018 is het 40 jaar geleden dat de zanger, componist, tekstschrijver, filmacteur en –regisseur Jacques Brel op 9 oktober overleed. Zijn roots hebben een belangrijke stempel op zijn gevoelsleven en zijn oeuvre gedrukt.

Sint-Bartholomeuskerk

De parochiekerk bevindt zich ten oosten van de Zandvoordeplaats, gelegen middenin het omhaagd kerkhof. De kerk is in neoclassicistische stijl met renaissancekenmerken. De romaanse toren is van 1787. Toen werd de oriëntatie van de kerk omgekeerd. Het portaal werd koor en in de plaats van het voormalige koor werd de nieuwe toren gebouwd. Als grote uitzondering kreeg de kerk aldus het koor naar het westen gericht in plaats van naar het oosten. De kerk was overdadig versierd met heiligenbeelden. De prentbriefkaart toont de kerk op het einde van de 19de eeuw.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kerk volledig vernield. De neogotische Sint-Bartholomeuskerk werd herbouwd in 1923 – 1925 onder leiding van architect Dujardin uit Komen.

Dienen voor Sint-Cornelius

Sint-Cornelius wordt jaarlijks gevierd op 16 september. In heel wat dorpen wordt zijn naamdag herdacht met een bedevaart, zo ook in Zandvoorde. Deze traditie wordt nog steeds in ere gehouden. Hij wordt vooral aanroepen tegen ‘stuipen, de vallende ziekten en allerhande kwalen bij de kinderen, alsook tegen besmettelijke ziekten bij de dieren’. Vroeger trok deze ommegang zeer veel volk. Op de prentbriefkaart van vóór de Eerste Wereldoorlog wordt de noveen van 16 tot 24 september vermeld.

Het eindpunt van de bedevaart was een hoogmis in de Sint-Bartholomeuskerk. Het beeld van de Heilige Cornelius in de kerk dateert van 1665. Het houten beeld is 1 meter hoog en gepolychromeerd.

Na de hoogmis volgde een processie langs de haag rondom de kerk waarna de pastoor de religieuze plechtigheid afsloot met een zegening. Hierna kon het volk zich amuseren aan de talrijke marktkraampjes die in de buurt van de kerk opgesteld stonden of ze konden deze feestdag afsluiten met een frisse pint in de cafés van Zandvoorde.

In het Wekelijks Nieuws van 1987 vertelde pastoor Remi Clarysse aan een reporter zijn belevenissen tijdens de noveen ter ere van Sint-Cornelius te Zandvoorde.

Het onstaan van Zandvoorde

De vroegste vermelding dateert uit 1102 als Santfort. In dat jaar bevestigt bisschop Jan van Waasten de overdracht van de kerken van Zillebeke, Zandvoorde en Dikkebus aan het kapittel van Voormezele. De etymologische betekenis is ‘doorwaadbare plaats in zandig terrein’. Mogelijk betreft dit de overgang op de Bassevillebeek (ten westen) of de Kasteelbeek (ten oosten). De dorpskern bevindt zich op een hoger gedeelte van het plateau (ca. 40 m hoogte).

De dorpsheerlijkheid hing af van de heerlijkheid Komen. De heerlijkheid had een banmolen (Santvoorde Molen) en verscheidene rechten. Ten oosten van de dorpskern bevond zich een strak opgebouwde kasteelsite, iets lager gelegen, en dit vermoedelijk omwille van de watervoorziening van de grachten. Sanderus toont in 1640 een gebouw in renaissancestijl met enkele sierlijke torentjes, een voorpoort met een valbrug over de wal en omsloten door een gekanteelde muur met verscheidene wachthuisjes. Op de Ferrariskaart uit 1777 bevindt zich links de dorpskern met de kerk en rechts het kasteeldomein met erboven vermeld ‘chateau de Zantvoorde’. De kasteelsite werd reeds vóór de Franse Revolutie in 1781 afgebroken, waardoor de Kruisekestraat haar belang verloor. Vandaag bevinden zich in het akkerland nog twee kleine vijvers die tot de kasteelgracht behoorden.

Santvoorde Molen

Santvoorde Molen of de banmolen van de heerlijkheid Zandvoorde zijn de twee gangbare benamingen voor de windmolen die toebehoorde aan het kasteel en die later Sigiez’ molen werd genoemd. Het was de enige molen van Zandvoorde voor zijn ongeveer 1.000 inwoners tegen het einde van de 19de eeuw. Op de kaart van Sanderus van de Kasselrij Ieper (1641) is de Santvoorde Molen reeds aangeduid. Het was een houten standaardmolen die diende om graan te malen. Hij stond langs de Wervikstraat, dichtbij de dorpskern (zie ligging op de Atlas der Buurtwegen uit 1841).

Tot in 1874 was het een zekere Pillaert die als molenaar ‘vang en lichte’ bediende. Na hem kwam de molenaarsfamilie Sigiez, aanvankelijk Henri Sigiez tot 1905 en na hem zijn zoon Hubert. In 1913 kocht Hubert Sigiez zelf de molen van Alphonse Désiré de Penaranda de Franchimont. Op 21 oktober 1914 werd de molen in brand gestoken door de Duitse artillerie. “Een wreed-schoon vuurwerk” schreef E.H. Hannicart in zijn oorlogsdagboek. Na de oorlog werd de molen niet heropgebouwd maar vervangen door een mechanieke maalderij.

In Le Propagateur lezen we dat er op 9 januari 1867 rond 11 uur in de voormiddag een verschrikkelijk ongeval op de molen gebeurde. Isabelle Ketels, een oude werkmansvrouw van 80 jaar oud, was voor eigen gebruik bloem gaan halen op de molen, toen uitgebaat door Charles Blomme. Bij het verlaten van de molen kwam ze te dicht bij de draaiende wieken. Ze kreeg een slag van een wiek tegen het hoofd en was op slag dood.

De Duitse commandobunker

De intacte commandobunker van 1916 in de Gaverstraat is een knap staaltje van Duitse bouwkunst. De commandobunker lag tot het bevrijdingsoffensief in 1918 achter de Duitse gevechtslinies, waardoor er op deze plaats nooit gevochten werd. Specifiek opgeleide pionierseenheden, de zogenaamde Armierungsbataillone, bouwden deze bunker in 1916 voor de staf van een regiment. Ze brachten boven de toegang het bouwjaar van de bunker en hun referenties aan, die tot vandaag bewaard zijn gebleven. Bij de bouw werd de bunker in een glooiing ingegraven en afgedekt met aarde van waarop men de omgeving kon observeren. Er werden een in- en uitgang voorzien en zes kamers die allemaal uitgaven op een open, ommuurde binnenplaats. De foto van een Duitser werd genomen in deze centrale open ruimte.

In 1917 werd de commandobunker een tijd gebruikt als hoofdkwartier voor de Division Zandvoorde. Ze ligt namelijk langs de belangrijkste aanvoerroute van de divisie. Na de oorlog werd ze aan haar lot overgelaten tot ze in 1987 door de gemeente Zonnebeke weer ontsloten werd. Sinds 1999 is de bunker beschermd. Begin 2016 werd de omgeving landschappelijk heraangelegd waarbij de oorspronkelijke toegangsloopgraven werden gevisualiseerd.