Erfgoedhalte Wijtschate

Dokterswoning

De Wulvergemstraat (Buurtweg nr. 5) volgde in Wijtschate-dorp het traject van de huidige Guido Gezellestraat. Voorbij het kruispunt met de huidige Schoolstraat was er lange tijd helemaal geen bebouwing. Eind 19de eeuw kwam er verandering. In 1897 werd de tramlijn Kemmel-Waasten in gebruik genomen die even verderop de Schoolstraat (toen nog de Poperingestraat) kruiste. Intussen was dokter Jean-Henri de Burggraeve (°Kemmel, 1836) er komen wonen.

De dokter had de bijnaam ‘de tovenaar’. Deze zonderlinge figuur bezat volgens oude volksverhalen toverboeken, droeg een mantel en een grote hoed. De dokter, die eerst voor geestelijke had gestudeerd, kon iemand zodanig betoveren dat hij of zij geen stap meer kon verder zetten, totdat de dokter de betovering ophief. Hij was een tijdlang schepen en waarnemend burgemeester. In het Weekblad van IJperen lezen we dat hij rond Allerheiligen 1900 in zijn woning werd vermoord. Het Nieuwsblad van Yperen en het Arrondissement van 26 september 1903 vermoedt dat het om een roofmoord door iemand van Mesen gaat. Het graf van de dokter bevindt zich op het kerkhof van Wijtschate.

Klooster en pensionaat

Enkele jaren later (rond 1905) verscheen op de plaats van de huidige bibliotheek en het vroegere schoolklooster (de huidige woning Vandevyvere) een opvallend klooster en ‘Pensionnat de l’Immaculée Conception’. Dit klooster was opgericht door de zusters van ‘La Divine Providence’ uit Portieux (Vogezen). Na hun verdrijving uit Frankrijk, richtten ze congregaties op in de Verenigde Staten en België. Het gebouw waar de zusters het pensionaat oprichtten vond geruime tijd geen koper omwille van de moord die er plaatsvond.

In de volksmond heette men de Franse zusters de ‘Witte Kappen’. Hun leerlingen waren Fransen en kinderen uit de Franstalige burgerij. Er werd o.a. een kapel voor de kinderen en een kapel voor de zusters bijgebouwd. Uiteraard waren er ook gebouwen nodig voor klassen, speelzalen, refter, enz. De Franse zusters hadden in Wijtschate nog een tweede klooster in de Vierstraat, momenteel de woning van Boudein. Eind oktober 1914 werd één van de zusters dodelijk getroffen tijdens de eerste beschieting door de Duitsers.

Gemeenteschool

Na de eerste schoolstrijd zorgde in Wijtschate de gemeente voor het meisjesonderwijs. Die school stond ter hoogte van de vroegere zaal Ons Tehuis, met de klassen uitkijkend op het Tuinstraatje. Na de oorlog kocht de gemeente het puin van het vroegere Franse pensionaat mét oorlogsschadevergoeding en werd de meisjesschool daar herbouwd.

Omstreeks 1960 werd het gebouw helemaal herbouwd tot het huidige complex. Er werd een stuk nieuwbouw bijgevoegd, met daarin een huishoudklas 7de en 8ste leerjaar (huidige bibliotheek) en de overdekte speelplaats die grensde aan de Guido Gezellestraat werd dichtgemaakt om er een eetzaal van te maken. In 1987 sloot de school de deuren na een fusie met de vrije jongensschool in de Staanijzerstraat. De kleuterklassen van de vrije jongensschool zijn in de Schoolstraat gebleven tot 1 juni 1993 en vervolgens ook verhuisd naar de Staanijzerstraat.

Bibliotheek - ontmoetingscentrum - archief

De Vlaamse overheid stimuleerde de gemeenten om een openbare bibliotheek in te richten die in de plaats zou komen van de kleine parochiebibliotheken. Vanuit de plaatselijke Sint-Medardusbibliotheek werd op 1 september 1997 de gemeentebibliotheek van Heuvelland opgericht. Daartoe werd een hele gang met klassen opengebroken en aangepast. Sindsdien groeide de bibliotheek uit tot een vaste waarde in de dienstverlening. Momenteel zijn er ca. 2000 gebruikers die jaarlijks samen ongeveer 50.000 materialen uitlenen. Vanaf 2016 krijgt de bibliotheek het gemeentelijk archief als buur.

Omstreeks 2000 waren zowel de parochiezaal Ons Tehuis als de toneelzaal van het gemeentehuis niet meer bruikbaar voor het dorpsleven. Steeds meer activiteiten vonden plaats in de overige ruimte van de vroegere school, sinds eind 1998 herdoopt tot ontmoetingscentrum De Klaverhulle. De naamgeving komt van de tiendehoek Claverhulhouck. Met behulp van een Leaderproject werd het centrum in 2015 volledig opgefrist en uitgebreid. Op 31 januari 2016 volgde de officiële inhuldiging.

Romeinse muntschat

Het dorp Wijtschate werd gesticht in de middeleeuwen, maar kende mogelijk een vroegere Romeinse voorganger. Verschillende gegevens tonen dit aan, al zijn er tot op vandaag nog geen archeologische bewijzen voor gevonden.

De oudste bron die Romeinse aanwezigheid aantoont, is een Romeinse muntschat met 1000 tot 1200 zilveren munten uit de 3de eeuw na Christus. Deze werd gevonden omstreeks 1845. Volgens de gegevens uit die periode zijn de munten gevonden ‘in een pot van rood aardewerk onder de funderingen van een oud gebouw aan de antieke weg van Cassel naar Bavai’. Als we dit vertalen naar vandaag, dan zou deze vindplaats aan de bestaande weg van Wulvergem naar Mesen kunnen gelegen hebben, mogelijk bij B&B De Kraaiberg. Wie op zoek is naar de munten zal van een kale reis terugkomen, want het grootste deel van de munten werd verkocht aan een goudsmid uit Ieper. De best bewaarde werden aan verzamelaars verkocht en ook aan de vereniging die het muntmuseum in Ieper had gesticht. De rest van de munten die te erg beschadigd waren, werden gesmolten.

Een tweede aanwijzing is de Vierstraat en de Schoolstraat (zie zwarte lijn op een uittreksel van de Poppkaart uit de 19de eeuw). Deze rechte weg gaat vermoedelijk terug op een oud Romeins wegtracé. Sommigen denken dat deze weg de hoofdweg van Cassel naar Bavai was, waardoor de muntschat ook langs deze weg kan hebben gelegen. De ligging van het huidige dorp zou dan kunnen teruggaan op een nederzetting langs deze weg op de kam van de Wijtschaatse heuvelrug.

Een derde aanwijzing tenslotte is de planmatige ‘blokverkaveling’ van het dorp, vooral te zien ten noorden van de kerk (zie blauwe stippellijn). Dit zou kunnen teruggaan op vroegere Romeinse percelering. Om dit vermoeden hard te maken is verder onderzoek nodig. Het archeologisch vooronderzoek voor de uitbreiding van de wijk Kapellerie leverde alvast geen Romeinse sporen op, al moet gezegd dat alles grondig werd verstoord tijdens de Eerste Wereldoorlog (gesitueerd vlakbij de frontlijn bij Bayern Wald).

Eerste wereldoorlog

Wijtschate lag vanaf oktober 1914 onder vuur en liep meteen leeg. Vanuit de hoog gelegen heuvelrug Wijtschate-Mesen hadden de Duitse troepen een goed zicht op de Britse stellingen. In 1916 (zie luchtfoto) bleven alleen nog de contouren van straten en gebouwen over, met centraal het puin van de kerk en links (cirkel) het pensionaat. Er werd in 1916 vanuit de Schoolstraat richting Wulvergem een panoramabeeld gemaakt. De scherpe beelden tonen een half verwoest landschap, doorsneden door loopgrachten. Na de Mijnenslag van juni 1917 lag het dorp volledig in puin.

Vanop deze zelfde hoogte kon men in 1914 gemakkelijk de andere strategische punten bekijken. Vaak stond daar ook een molen die gebruikt werd als uitkijkpost. Met de Wambekemolen, de Blauwersmolen, de Spanbroekmolen en de Castel’s molen (= de Kapelleriemolen) had Wijtschate er vier in 1914.

Herinrichting dorpscentrum

Van alle dorpscentra in Heuvelland is Wijtschate na de Eerste Wereldoorlog het meest veranderd. Op de vooroorlogse locatie (zie kaart en bovenste afbeelding) van de herberg en brouwerij St.-Hubert (Th. Depuydt) wou men een nieuw dorpsplein creëren, een ingreep die bij de heropbouw wel meer gebeurde. De huizen rechts situeren we waar nu het monument van de slachtoffers van beide wereldoorlogen staat op het Sint-Medardusplein. Er werden eigendommen verwisseld door gebruik te maken van ‘oorlogsschadevergoeding’. Na een zekere aarzeling werd de kerk daar toch niet opgetrokken maar op een nieuw kerkplein meer ten noorden. Centraal ontstond zo een grote publieke ruimte, met een mooi perspectief op de nieuwe openbare gebouwen (zie in het geel op rooilijnenplan uit 1923).

De prentbriefkaart onderaan geeft een beeld van het plein ca. 1928. De vooral budgettaire discussie over de Sint- Medarduskerk (1927) en het gemeentehuis (1930) sleepte nog jaren aan waardoor deze gebouwen vrij laat afgewerkt werden. Het gemeentehuis van architect A. Dugardijn is een variant van het gemeentehuis van Westrozebeke. Het vormt daarom ook geen geheel meer met de aanpalende, gespiegelde gebouwen van architect H. Leborgne. Brouwerij Depuydt werd herbouwd aan het nieuwe plein. In mei 1940 bij het begin van de Tweede Wereldoorlog werd ook dit gebouw getroffen door een bombardement terwijl de hele familie in de kelder schuilde. Gelukkig overleefde iedereen deze ramp. Later werden hier een villa en een parochiezaal ‘Ons Tehuis’ opgetrokken. Inmiddels is het gemeentehuis omgevormd tot Sociaal Huis van Heuvelland.

Fotogalerij erfgoedhalte Wijtschate