Erfgoedhalte Zuidschote

Sint-Leonarduskerk

De Sint-Leonarduskerk van Zuidschote werd gebouwd in 1483, maar de stenen torenspits met de specifieke “doorntjes” dateert pas van 1551. In 1807 werd de spits gedeeltelijk afgebroken en in 1914 brandde de kerk af. Ze zou pas in 1922-1923 heropgebouwd worden. In vergelijking met de huidige kerk zijn de galmgaten hier veel smaller. Ook de kruiskapel, in de volksmond de koortskapel genoemd, is nog te zien. Pastoor Vanlerberghe liet deze kapel met staatssubsidies op het eind van de 19de eeuw tegen de kerk aanbouwen. In de kapel stonden diverse beelden opgesteld rond het graf van Christus. Vele bedevaarders, ook uit Noord-Frankrijk, kwamen hier naartoe om genezing te vinden van de koorts. In 1916 is te zien hoezeer de kerk, de koortskapel en het kerkhof te lijden hebben gehad onder het oorlogsgeweld.

Wederopbouw

In 1923 waren de nieuwe kerk en de sacristie in opbouw. De werken werden uitgevoerd door aannemer Davelooze uit Heist-aan-zee. Ze werd op de oude grondvesten gebouwd onder leiding van de Ieperse stadsarchitect Jules Coomans. Achile Brys, de toenmalige pastoor (1876-1929), nam de kerk op 8 november 1923 opnieuw in gebruik. Toch bleef de noodkerk van de Eerste Wereldoorlog nog een tijdje staan. Op de foto is ook de kleine kerkklok te zien: in 1921 vond men ze terug op de hofstede van Jules Nouwynck in Reninge. De man had ze in de Eerste Wereldoorlog uit de handen van de Franse soldaten weten te redden. Achteraan op de foto is café Sint-Sebastiaanshof te zien, de thuishaven van de schuttersgilde.

Klooster en grot

In 1885 werden “drie ieverige bietjes” naar Zuidschote gezonden: drie zusters van de H. Vincentius uit Lendelede openden een kloosterafdeling in Zuidschote en gaven er les in de meisjesschool. Hier kijken we vanop de speelplaats naar het klooster, waar zuster Arnolda en zuster Imelda samen met moeder-overste Ursula poseren. In het bijgebouwtje daarachter zijn de toiletten.

Na de Eerste Wereldoorlog vonden vele boeren brokstukken van bunkers op hun veld. Ze brachten alles tot bij de dorpsplaats. Deze “abribrokken” brachten moeder-overste Ursula op het idee om er een Lourdesgrot van te maken. August Verkeyn uit Zedelgem metselde het geheel en op 15 augustus 1924 werd de grot plechtig gewijd. Ursula bracht ook het Mariabeeld uit Zuid-Frankrijk mee. Rond dit beeld hing een kring van elektrische lampjes met de tekst: “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. In de grot was er een kraantje waar men zogenaamd Lourdeswater kon krijgen. Al wie van Lourdes terugkeerde bracht Lourdeswater mee dat men dan aanlengde voor in de Zuidschootse Lourdesgrot.

Dorpsplaats

Een zicht op het dorp van Zuidschote vanaf de kerk in 1910: we zien links de kasseiweg naar Reninge, terwijl de weg rechts naar Boezinge en Ieper voert. In het midden van de foto vertrekt de toenmalige Weststraat (na de oorlog Karabiniersstraat).

Café Sint-Sebastiaanshof bij Isidoor was de thuishaven van de schuttersgilde van Zuidschote. In de meidagen van 1940 werd deze herberg fel beschoten. De bovenverdieping brandde helemaal uit en de woning werd onbewoonbaar verklaard. Na de restauratie deed de woning van dit café ook dienst als gemeentehuis. Omdat de schuttersgilde na de Tweede Wereldoorlog niet meer bestond kreeg de herberg de naam ’t Gemeentehuis. Adrienne, Gilbert, Agnes, Marie-Thérèse en Norbert Van Eecke staan voor de ingang.

Parochieherders

In 1936 werd de nieuwe parochieherder Alfons Gruwier aangesteld. Bij het monument aan de kerk werd toen een huldebetoon georganiseerd. Links naast het monument staat de vlaggendrager van de oudstrijders, Emiel Fasseel. De rij rechts: Julien Schorreel met de vlag van de jongensschool en de leden van de Schuttersgilde, Albrick Haegedooren van Bikschote, August Decraemer, bakker Jerome Vandevelde en Victoor Serroen.

In de jaren ’40 werden 3 Zuidschotenaars tot priester gewijd. Op 16 april 1944 hield E.H. Leuridan als pasgewijde priester zijn eremis in Zuidschote. Ter ere van hem wandelde een stoet doorheen het dorp. Hier kwam ze op de kerkweg. De eerste woning op de achtergrond is sindsdien niet veranderd, de tweede woning is totaal vernieuwd. Op de poort stond: “Magnificat zo klinkt ons lied om wat heden is geschied”. Een halfjaar eerder had André Pecceu hier al zijn eremis gehouden en in 1946 viel ook Gerard Myngheer die eer te beurt.

Jongensschool

Van op de kerktoren zijn de school en de aanpalende woning goed te zien. Omdat de dorpsonderwijzer daar woonde, was die tegelijk ook conciërge van de school. Beide gebouwen waren eigendom van de gemeente Zuidschote maar werden verhuurd aan de vrije lagere jongensschool. In 1970 werd de woning verkocht. Let op de speelplaats: enkele bomen staan te midden de donkergrijze asgrint (“assensteen”):

Toen Jos Balduck (uiterst rechts op de foto) in 1920 als 18-jarige onderwijzer aangesteld werd in Zuidschote, werd hij meteen tot schoolhoofd gebombardeerd bij gebrek aan andere leerkrachten. Hij is 42 jaar lang schoolhoofd en leerkracht gebleven. Vele generaties Zuidschotenaars hebben bij hem hun broek versleten. De leerlingen werden aangemoedigd om te werken in de school en de tuin: hout kappen, onkruid wieden, de stoof aansteken… Hier poseert hij samen met zijn collega Jozef Tahon (uiterst links op de foto) en alle jongens tijdens zijn laatste schooljaar 1961-1962. Op de achtergrond is de ondertussen zoekgeraakte schoolvlag te zien, waarop een spelend jongetje stond.