Erfgoedhalte Oostvleteren - Kortekeer

De Kortekeer in 360°

Wie via de grote baan Ieper-Veurne in Oostvleteren aankomt, passeert langs de Kortekeer. De Kortekeer is de verzamelnaam voor het groepje huizen rondom het kruispunt van de grote baan met de Kasteelstraat en de Westvleterenstraat.

De Kortekeer zag er zo’n kleine 100 jaar geleden heel wat anders uit dan vandaag. Van de “De Meestersmolen” was bijvoorbeeld nog geen sprake. De molen kreeg de naam “De Meestersmolen” omdat de vroegere burgemeester René De Meester de molen eerst persoonlijk aankocht en daarna aan de gemeente Oostvleteren schonk.

Waar de molen nu staat, stond tot begin de jaren ’60 de gendarmerie. In de verte is het tramstation met de stoomtram ook te zien. Aan de andere kant van de Westvleterenstraat stond herberg “In de ster”. Uitbater Marcel Sintobin en zijn vrouw Angèle tapten met plezier een pint voor je, maar je kon evengoed bij hem terecht voor een kappersbeurt. Naast de herberg lag het “Huis Bulckaert”. In de winkel bij Maria Bulckaert had je een ruime keuze: rookgerief, papierwaren, schoolgerief, speelgoed, lingerie enz. De winkel en de herberg verdwenen om dezelfde reden als de rijkswachtgebouwen: de verbreding van de baan Ieper-Veurne.

De Kasteelstraat

Langs de kant van de Kasteelstraat vond je tot in de jaren ‘40 een herberg waarvan eigenaar A. Provoost zowel koopman, hotelhouder als cafébaas was. Later kwam daar “Zaal Rhetorika”. Tot halfweg de jaren ’60 kwamen vele Oostvleterenaren daar om te dansen o.a. bij de jaarlijkse kermis. Een ideale plek als je op vrijersvoeten was. De Sint-Maartensstoet op de vooravond van 11 november heeft er ook vele jaren halt gehouden voor de uitdeling van snoep aan de kinderen.

Naar Veurne

Op de andere hoek van de Kasteelstraat, richting Veurne stond café 'Estaminet Kortenkeer'. In de jaren ’30 verving men de houten elektriciteitspalen in het dorp voor betonnen exemplaren. Hier staat de nieuwe paal al klaar, maar de kabels hangen nog aan de oude paal. Op het einde van de jaren ’50 werd dit café afgebroken. In 1964 gingen ook 5 andere woningen in het begin van de Kasteelstraat tegen de vlakte om de baan Ieper-Veurne te kunnen verbreden. Iets verder op de weg naar Veurne lag café “Au Chalet Lillois”. Het was lange tijd herberg, maar de eigenaar was daarnaast ook veehandelaar.

De Kortekeer in archiefstukken

De Kortekeer werd ook als wijk of gehucht genoemd door de gemeentelijke administratie. In verschillende documenten die het gemeentearchief van Vleteren bewaart, vinden we historische informatie over de Kortekeer terug. In de registers van straatschouwing werden bijvoorbeeld de plaatsen langs de openbare wegen genoteerd die bewoners voor hun woning binnen het jaar moesten herstellen. Deden ze dat niet, dan werd een boete en een aanbesteding uitgeschreven om het werk door derden te laten uitvoeren. Het document uit 1808 geeft de schouwing weer van de straete van den corteker naer Westvleteren tot d’Hooge Brugghe. De bevolkingsregisters geven dan weer een beeld van wie op welk adres woonde, welk beroep die persoon uitvoerde, waar hij/zij vandaan kwam en hoe de samenstelling van het gezin eruit zag. In 1847-1857 woonde het gezin Depuydt-Merlevede op de Kortekeer.

Knooppunt van 2 tramlijnen

In 1884 werd de Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen opgericht. Deze maatschappij moest ervoor zorgen dat zoveel mogelijk dorpen met behulp van een tram met mekaar in verbinding zouden staan. Vier jaar na de oprichting, startte men al met de aanleg van een lijn tussen Ieper en Veurne. Aan de verschillende gemeentes die langs deze lijn gelegen waren, waaronder Oostvleteren, werd een financiële bijdrage gevraagd. Voor deze buurtspoorwegen moesten de verschillende dorpen 25% van de kosten betalen, waarna de provincie 25% toevoegde en de Belgische staat de resterende 50% voor haar rekening nam. In september 1906 werd in Oostvleteren een tweede lijn in gebruik genomen: lijn 107 Diksmuide-Ieper-Poperinge. Het tramstation aan de Kortekeer fungeerde vanaf dat ogenblik als kruispunt van twee buurtspoorwegen.

Molen en molenprinses

De “De Meestersmolen” kwam in Oostvleteren aan in het najaar van 1973. Hij maakte de reis van zijn oorspronkelijke stek in Gijverinkhove naar Oostvleteren op een vrachtwagen. Toen waren er nog geen verkeerslichten op het kruispunt. Naar aanleiding van de komst van de molen naar het dorp organiseerde men de verkiezing van een molenprinses. Op zondag 1 september 1974 poseerden alle kandidates bij de molen. Een week later, op zondag 8 september 1974, werden molenprinses Lucrèse Nollet en de eredames Veronique De Block en Erna Regheere in een koets door burgemeester René De Meester rondgevoerd in de eerste molenstoet van Oostvleteren.

Fotogalerij erfgoedhalte Oostvleteren - Kortekeer