Erfgoedhalte Krombeke

Twee sporen, vier staties

22 jaar na de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen kreeg ook Krombeke een tramverbinding. In september 1906 werd lijn 107 (later lijn 357) officieel in gebruik genomen. De tram reed van Poperinge via De Lovie naar Krombeke, Westvleteren en Oostvleteren. Daar kon je overstappen op de tram richting Ieper of Veurne, of verder doorreizen tot Diksmuide. Op het grondgebied van Krombeke kon je aan drie herbergen/tramstaties op- en afstappen: ’t Jagershof, de Leeuwerik en In de Zwaan.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd door Franse Genietroepen in Krombeke een tweede spoor aangelegd. Het verbond Proven met het front nabij Zuidschote en kruiste daarbij de weg Krombeke-Poperinge en de daarlangs gelegen tramlijn 107. Nabij het centrum van Krombeke werd het station Heidebeek aangelegd. De lijn vormde één van de belangrijkste trajecten voor de bevoorrading, de aanvoer van soldaten en de evacuatie van gewonden. Na de Eerste Wereldoorlog werd deze lijn opgebroken. Door het toenemende succes van het busvervoer verdween op 7 september 1949 uiteindelijk ook tramlijn 357 uit het straatbeeld van Krombeke.

Herberg "A la belle vue"

Waar nu de rotonde Waaienburgseweg, Blasiusstraat en Krombekeplein gelegen is, stond tot 1974 herberg “A la Belle Vue”. In 1822 liet Jourdanus Franciscus Couttenier dit toenmalige hoekhuis aanpassen en plaatste het jaartal samen met zijn initialen als muurankers op het gebouw. Aan het begin van de 20e eeuw maakte de familie Inion, die een kolen- en houthandel had, er voor het eerst een herberg van. Na de Eerste Wereldoorlog richtte Jules Denys er bovendien zijn commerce de chevaux in. Tussen de paardenkoersen en de herberg ontstond een duidelijke band: wellicht kreeg het idee om koersen te organiseren in dit café vorm. Jarenlang was “A la Belle Vue” ook het lokaal waar de deelnemers zich moesten inschrijven of waar na de koersen de prijzen uitgedeeld werden. De verschillende links met paarden werden destijds door Jules Denys gesymboliseerd door een paardenkop boven de deur te plaatsen. Naar aanleiding van verbeteringswerken aan het Krombekeplein werd in mei 1974 de onteigening van deze opvallende herberg goedgekeurd.

Brouwerijen

Krombeke telde in de 19e eeuw drie brouwerijen (op de kaart in het groen aangeduid). De oudste brouwerij, waar Albertus Beschuyt eigenaar van was, dateert van vóór 1760 en was gelegen in de Roggestraat. Het gebouw, nog steeds bewaard en met gevelankersin 1758 gedateerd, is later tot schuur omgebouwd. Voor de Franse ti d waren hier ook de oefenterreinen van de schuttersgilde gevestigd. Omstreeks 1780 kwamen er twee brouwerijen en bijhorende herbergen bij: Het Wethuis en Den Keizer. Het Wethuis, dat eveneens als gemeentehuis dienst deed en gebouwd werd op de hoek van de Bankelindeweg en het Krombekeplein, is mogelijk het oudste nog bestaande huis van het dorp.

Brouwerij en herberg Den Keizer lag op de weg naar Westvleteren. In de tijd van de Brabantse Omwenteling (1789-1790) plantten revolutionairen een vrijheidsboom op het dorpsplein. De toenmalige uitbater van Den Keizer daarentegen was heel keizersgezind, vandaar wellicht ook de naam van de herberg. Voor zijn café plantte hij een eikenboom, die met vijgen werd behangen. “Vijgen” was immers de bijnaam voor de keizersgezinden. Op een vroege ochtend zouden een aantal jongeren de eikenboom van zijn vijgen beroofd hebben. Mogelijk verwijst de eik in deze anekdote ook naar de bijnaam van de Krombekenaars: de eikenkappers.

Feest van het paard

In 1912 zouden vier paardenhandelaars na de hoogmis op kermiszondag in herberg “A la Belle Vue” een weddenschap hebben afgesloten om te zien wie over het snelste paard beschikte. De dag erna stonden de paarden van Jules Denys (toenmalig eigenaar van “A la Belle Vue”), René Verbrigghe (toenmalig eigenaar van “Den Keizer”), Karel Bossaert en Westvleternaar Arthur Burggraeve op de kasseien aan de start. Wie de weddenschap uiteindelijk won, is onduidelijk. Maar het betekende wel de start van een jarenlange traditie van paardenkoersen die het “dorp met kracht” op de kaart zette.
Op maandag 22 juni 1993 werden de allerlaatste koersen op straat verreden, daarna werd zes jaar lang enkel een paardenmarkt georganiseerd. In 2000 werd mee dankzij de vzw Folkloristische Paardenkoersen van Krombeke een piste aangelegd in een weide nabij het dorpscentrum, waardoor er jaarlijks opnieuw verschillende koersen plaatsvinden.

"Wipschutterssportsolidariteitsmuntslangsteunactiespelplan" rond het oude kasteel

Langs de weg van Krombeke naar Westvleteren aan de rand van het dorpscentrum waar tot in de 18e eeuw het kasteel van Krombeke stond, wilde Leopold Gast in 1984 een schietpers laten installeren. Daarvoor had hij een zeer bijzonder marketing- en financieringsplan uitgewerkt. Van het vroegere kasteel zelf is vandaag niets meer overgebleven. Het was wellicht Willem de Bampoele die het gebouw in het midden van de 16e eeuw liet optrekken. Op de Ferrariskaart (1771-1778) zijn de contouren van bijgebouwen van het kasteel nog zichtbaar; op latere kadasterkaarten uit de 2e helft van de 19e eeuw zijn de kasteelgebouwen volledig verdwenen.

De oorsprong van de kermis

In 1856 besliste de gemeenteraad van Krombeke dat de jaarlijkse gemeentekermis op de zondag vóór het Sint-Jansfeest (24 juni) plaats zou vinden. De oorsprong van de viering van het Sint-Jansfeest moet gezocht worden bij een kapel in de Sint-Janssteenhoek (vermoedelijk ter hoogte van het huidige adres: Bromstraat 4). In deze kapel, waarvan in 17e eeuwse bronnen al sprake is, werd elk jaar een misviering opgedragen aan de heilige Johannes de Doper. Doordat de kapel na een tijd bouwvallig geworden was, werd ze afgebroken en door een kleiner gebedshuisje vervangen. De jaarlijkse dienst werd vanaf dat ogenblik naar de parochiekerk van Krombeke overgebracht en vanaf het midden van de 19e eeuw werd hieraan een kermis gekoppeld.

Fotogalerij erfgoedhalte Krombeke