Erfgoedhalte Ieper - Gevangenis

Een nieuwe gevangenis

In 1843 werd beslist om in Ieper een nieuwe gevangenis te bouwen ter vervanging van het oude “Rasphuis” bij de Oude Veemarkt. Toch zou het nog tot 1876 duren vooraleer het "Huis van Bewaring" zijn poorten zou openen op een terrein tussen de Elverdingestraat en de afgebroken vestingen. Dit heuglijke feit werd vereeuwigd in een gedenkpenning. Die toont een vooraanzicht en een grondplan van de gevangenis.

De nieuwe gevangenis was een cellengevangenis volgens de toenmalige opvattingen: de gedetineerden moesten in isolement, zonder contact met medegevangenen en met een gelimiteerd contact met de buitenwereld via briefwisseling en bezoek, werken aan hun morele verbetering. Ook de godsdienstbeleving speelde daarbij een grote rol. Vandaar de aanwezigheid van een kapel centraal boven op de gevangenis en van een bibliotheek met nagenoeg uitsluitend religieuze lectuur.

De grote oorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de gevangenis een van de weinige gebouwen in Ieper die bleef dienst doen: Britse soldaten die wat mispeuterd hadden werden er opgesloten. In 1917 werden op de binnenkoer 3 Britse deserteurs geëxecuteerd.
Naast arresthuis deed de gevangenis nog voor meer zaken dienst: de town major, de Britse militaire plaatscommandant, had er zijn kantoren, er was een mess (kantine) en ook was er een tijdlang een Casualty Clearing Station for Walking Wounded, een veldhospitaal voor de gewonden die nog in staat waren te lopen.

Ruïnes

Na de Eerste Wereldoorlog was de gevangenis weliswaar zwaar beschadigd, maar grote delen stonden nog recht en konden dus dienst blijven doen. Onder meer omdat ze vlakbij de grote barakkenwijk van het Minneplein lag, werd hier voorlopig de rijkswacht ondergebracht. Ook nu behield het gebouw dus ten dele haar oorspronkelijke functie van arresthuis. Voor het poortgebouw liggen nog de resten van een smalspoorlijn.

Op deze postkaart van net na de Eerste Wereldoorlog zien we op de voorgrond het vernietigde "waterkasteel", aan de hoek Elverdingestraat-Haiglaan. Op de achtergrond heeft de hoofdvleugel van de gevangenis relatief goed de oorlog doorstaan. Achter de watertoren zien we ook de houten kruisjes van het grote Ypres Reservoir Cemetery, dat enige tijd bekend stond als Prison Cemetery.

Wederopbouw

In maart 1921 begon de bouwonderneming van Arthur Pigeolet consolidatie- en restauratiewerken aan de gevangenis. Daar was heel wat volk voor nodig en grote houten stellingen werden tegen de gevels aan gebouwd. Het achterste deel, tegen de begraafplaats aan, zou echter lange tijd ruïne blijven.

Achter de gevangenis ontstond tijdens de oorlog Ypres Reservoir Cemetery. Nog lange tijd zou de ruïneuze achterzijde van de gevangenis deze mooie begraafplaats domineren. Links achteraan bemerken we de toren van de Sint-Niklaaskerk.

Jeugdherberg

Een verrassende episode in het bestaan van de gevangenis nam een aanvang in juli 1938: toen ging in het poortgebouw de jeugdherberg van Ieper open. De meisjes verbleven in het deel links van de poort en de jongens rechts, strikt gescheiden dus. Vooral de ruïnes van het hoofdgebouw waren een echte attractie voor de trekkers. Dat blijkt ook uit de eerste bladzijde van het gastenboek waarin enkele Antwerpse jongeren hun appreciatie lieten blijken.

Raymond Demeyere die in het midden van de foto staat, was de verantwoordelijke voor de herberg. Voor hem en zijn vrouw waren het drukke tijden: op sommige dagen verbleven er tot 100 gasten! Eind januari 1939 sloot de jeugdherberg weer zijn deuren.

Tweede Wereldoorlog en daarna

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden alle klokken door de Duitse bezetter opgeëist met de bedoeling ze om te smelten tot kanonnen. Deze klok uit de Sint-Maartenskerk werd op 9 maart 1944 in beslag genomen en overgebracht naar de binnenkoer van de gevangenis. Van hieruit werden de Ieperse klokken verder vervoerd naar Hamburg. Gelukkig eindigde de oorlog voor ze omgesmolten waren. Op 11 november 1945 keerden ze naar de Kattenstad terug. Op een van de klokken had men geschreven: “Wie met klokken schiet, wint de oorlog niet”.

Na de oorlog won de Ieperse gevangenis aan belang. Door de verwoesting van de Kortrijkse gevangenis werd ze ook het arresthuis voor het gerechtelijk arrondissement Kortrijk. Op de foto uit de jaren 1950 bemerken we nog de tramsporen en de telefoonmast. Voor de gevangenis had het plantsoentje nog geen plaats gemaakt voor parkeerplaatsen. (Foto Daniël).