Erfgoedhalte Elverdinge

Het ontstaan

Elverdinge ontstond waarschijnlijk als vestiging langs de Romeinse heirweg Cassel-Aardenburg. Sporen ervan zijn te vinden vanaf de negende eeuw, want toen reeds stond er een kasteel dat bewoond werd door een zekere Laudo.
De “Heerlijkheid van Elverdinge” was een leengoed dat rechtstreeks afhing van de graven van Vlaanderen. De “Oude Heren” die het bestuurden waren meestal bastaards van deze edellieden. Zij bewoonden het kasteel dat hier centraal afgebeeld is op een prent van Sanderus uit Flandria Illustrata (1641).
Het kasteel behoorde in 1434 toe aan Philips de Goede, graaf van Vlaanderen en hertog van Bourgondië, en bleef familiebezit tot het in 1629 gegeven werd aan Adrianus van der Borcht.

De kerk

De kerk zou volgens Sanderus dateren van de elfde eeuw en gesticht zijn door Robrecht de Vries. Die liet na de slag van Cassel een twintigtal kerken bouwen ter ere van de apostelen Petrus en Paulus.
De houten kapel die er al stond werd vermoedelijk vervangen door een stenen. Die kapel zou nu de linkerbeuk vormen van de huidige kerk. Want er werd in de loop der jaren veel aan gewerkt.

In 1910 waren er nog grote herstelwerken waarbij het gebouw vergroot werd en de Romaanse elementen verdwenen ten voordele van de Gotische stijl. Na de oorlog, tussen 1921 en 1923, werd de kerk herbouwd door architect Jules Coomans in diezelfde Gotische stijl. De staties van de ommegang die in 1890 ter ere van de H. Livinus door pastoor Billiau ingericht werd en de oude pomp zijn gelukkig op hun vertrouwde plaats behouden.

Vogelperspectief anno 1910 en 1925

Hoe Elverdinge er uit zag voor en na de Eerste Wereldoorlog is duidelijk te merken op deze panoramafoto’s die genomen werden vanaf de kerktoren. Vooral de nieuwe Pastorie en het Gemeentehuis dat na de oorlog door architect Coomans heropgebouwd werd, veranderden het dorpsgezicht. Let ook op de was die op het gras te bleken ligt. Het kerkhof rond de kerk is hier ook nog te zien. Het werd in 1973 gesloten en in 1978 definitief overgebracht naar de nieuwe begraafplaats in de Vlamertingsestraat.

De meisjesschool

Zoals overal stond ook in Elverdinge een school naast de kerk, onder gezag en leiding van de pastoor. In 1839 kwamen zusters naar onze gemeente om in de Boezingsestraat een “oudemannenhuis en armenschool” te leiden.
De wet Van Humbeek/Bara van 1 juli 1879 verplichtte iedere gemeente een officiële staatsschool op te richten. Daardoor verhuisden de meisjes naar “de parkschool” in het oude kasteel, de huidige parkzaal. Ook dit gebouw leed zware oorlogschade.

Na de oorlog, in 1923, werd het huidige schoolgebouw opgericht voor de meisjes. De jongens kregen les in het nieuwe schoolgebouw in de Boezingsestraat. Op 1 september 1990 werden de jongens- en meisjesschool gefusioneerd tot de huidige Basisschool, die ook kleuteronderwijs behelst.

d'Ennetièresplein

Wat vroeger de “Dorpsplaats” heette werd uit dankbaarheid voor Markies Victor d’Ennetières omgedoopt tot “d’Ennetièresplein”. Deze kasteelheer was burgemeester van 1884 tot aan zijn overlijden op 19 november 1895.
De “Platse” was vroeger een echt winkelcentrum. Meer dan de helft van de huizen was café of winkel.

In de verte zien we nog de houten molen die in de Steenstraat bij de hofstede Van Eecke stond. Deze werd na de oorlog niet heropgebouwd.

Feest!

Sedert onheuglijke tijden was Elverdinge bekend om zijn feesten. In 1852 had onze gemeente 4 jaarmarkten waar vooral paarden verkocht werden. Terwijl het verhandelen van andere dieren verviel, bleef de paardenmarkt behouden. Na de Eerste Wereldoorlog werden de feesten terug ingevoerd, maar ze verdwenen geleidelijk samen met het belang van het paard. Ook de ijzeren staven en arduinen palen voor de paardenfeesten en de kasseiweg verdwenen in de jaren ‘70 met de modernisering van de dorpskom.

Dat Elverdinge een missionaire gemeente is, is te zien in de kerk en aan het standbeeld van de heiligen Petrus en Paulus.
Toch beleefde de gemeente op 2 oktober 1986 een hoogdag door het bezoek van Mother Teresa van Calcutta aan haar geestelijke leider, de Elverdingse Jezuïet-pater Celeste Van Exem. Haar bezoek was bedoeld als eerbetoon aan de familie Van Exem en aan de Elverdingse bevolking voor de gave van zoveel missionarissen.