Erfgoedhalte Westvleteren

Westvleteren en de natte grond

Het is merkwaardig dat de kerk van Westvleteren niet in de dorpskern maar op de noordelijke rand gebouwd werd. De grond die nog meer ten noorden van de kerk lag, was te moerassig voor wegen of bebouwing. De kerk staat dus net niet met haar voeten in de broeken!

De huidige Westvleterenstraat die de verbinding met Oostvleteren vormt, liep tot in 1852 dood aan de kerk. De verbinding met Oostvleteren gebeurde vroeger via de Hoge Brug. Ten noordoosten van de kerk en in de omgeving van de Hoge Brug aan de Vleterbeek zijn op de kadasterkaart van P.C. Popp (1850) in totaal 6 omwalde woningen te zien. De bevaarbare Vleterbeek was toen een strategische plaats. We zien links van de kadasterkaart Westvleterendorp en rechts de Roggestraat.

Sint-Martinuskerk

De huidige kerk, een laatgotische, driebeukige hallenkerk was oorspronkelijk een romaanse éénbeukige kerk waarvan de sporen nog duidelijk te merken zijn. Zo vinden we niet alleen in de middenbeuk van de westgevel maar ook in delen van de middentoren nog de bergstenen van ijzerzandsteen, restanten van de romaanse kerk. Vreemd is dat geen enkel naslagwerk het precieze bouwjaar van het huidige kerkgebouw vermeldt.
In 1958 onderging het kerkhof een grondige verandering. Het kerkpleintje en het deel van het kerkhof vóór de kerk dat afgeboord was met een hoog hekwerk ruimden plaats voor broodnodige parkeerplaatsen en een aanpassing en verbreding van de hoofdstraat. De monumentale graven van Westvleterse notabelen vonden een nieuwe plaats links naast en achter de kerk.

Monumenten bij de kerk

Bij de reorganisatie van het kerkhof in 1958 werden ook 2 monumenten verplaatst naar de twee hoeken van het rechter kerkhofperceel. Het gedenkteken van de gesneuvelden, aan de rechtse kerkhofingang, werd op initiatief van de oud-strijdersbond ingehuldigd op 11 juni 1922. De oude prentbriefkaart toont aan de voet van het gedenkteken het beeld van een imposante leeuw met klauwende poot bovenop de Duitse adelaar.
In de Tweede Wereldoorlog verwijderden de Duitse bezettters de voor hen vernederende leeuw.

Aan de linkse kerkhofingang bevindt zich het Heilig Hartbeeld, plechtig ingewijd op 3 juni 1928. Het is een kunstwerk van Kamiel Demey uit Sint-Denijs-Westrem. De inwijding ging gepaard met een groots feest: bijna elk huis in het dorp werd versierd, langs de straten stonden zegebogen en meer dan 100 bonden, 12 muziek- en 2 trompetkorpsen traden aan. Het feestlied werd door een koor van ruim 500 zangers gezongen.
De verering van het Heilig Hart was immens populair in onze streken. Jongens en mannen konden lid worden van de Heilig Hartbond. Via de stempelkaart voor de maandelijkse communie kon de priester hun aanwezigheid in de kerk controleren.

De pastorie

De eerste en oudste pastorie lag niet bij de kerk, maar bevond zich vlakbij de Hoflandbeek bij de woning in Westvleterendorp 42, tegenover de Jozef Doisestraat. De huidige pastorie die links van de Broekdreef ligt, is van uitzicht weinig veranderd en was aanvankelijk een boerderij en herberg. De gemeente kocht die in 1834 (?) aan voor de som van 2.116 frank. De aankoop wordt vermeld op de voorlaatste regel van de jaarrekening. De muurankers in de oostgevel van het gebouw vormen het jaartal van de restauratie, 1836. De laatste pastoor, E.H. Gerard Landuyt, nam afscheid van het dorp en de pastorie in 2000.

Vredesstoet

Hoewel Vlaanderen al in oktober 1944 bevrijd werd, vierden de meeste dorpen pas in 1945 na het definitieve einde van de Tweede Wereldoorlog feest. Westvleteren kon niet achterblijven en vierde de bevrijding tijdens de septemberkermis in 1945 uitbundig met een vredesstoet. De stoet bracht niet alleen heel het dorp op de been, maar lokte ook honderden belangstellenden uit de omgeving. In een aantal kleurrijke straattaferelen werd het oorlogsgebeuren opnieuw uitgebeeld. Zo speelden dorpelingen voor werkweigeraars en gingen anderen er verkleed als Duitsers achteraan. Ook Adolf Hitler kreeg een plekje in de stoet, zij het dan als varken.

Tientallen herbergen

Net voor de Eerste Wereldoorlog waren er in Westvleteren 55 herbergen. Vandaag zijn er welgeteld nog vier. Wie van Oostvleteren kwam, passeerde tot aan de Krombekestraat al 19 cafés. Op het dorpsplein zijn vandaag nog “In de Garage” en “Den Engel” te zien. Twee historisch belangrijke cafés zijn verdwenen: “De Smidse” en “Het Groene Huis”. Beide cafés behoorden tot Het Hofland van Cassel. “De Smidse” wordt al in 1779 vermeld als “Het Hof van Cassel” en is het vergaderlokaal van de dorpsnotabelen. Na de Franse Revolutie en tot 1914 is dit de vergaderplek van de gemeenteraad. Het café krijgt dan ook verschillende bijnamen zoals ”Het Wethuis”, “En Mairie”, “Dorpshuis” en “Gemeentehuis”.

Als er in 1913 een smid komt wonen verandert de naam in “La Forge” en later wordt het “De Smidse”. Ook “Het Groene Huis” wordt al in 1779 vermeld, en is een plek waar de notabelen graag vergaderen. “Het Groene Huis” was niet alleen herberg maar werd later ook brouwerij. Bruno Bintein, gemeenteraadslid in 1876, brouwde er voor het eerst. De laatste brouwer was Georges Leroy, burgemeester tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Fotogalerij erfgoedhalte Westvleteren