Erfgoedhalte Madonna

Het Munneken

In het jaar 657 stichtte de abdij van Corbie (Somme) in het Vrijbos een benedictijnerabdij. De monniken bleven er zo’n 7 eeuwen. Ze bewaakten en onderhielden de bossen en landerijen. Ze kapten enkel het hout dat ze nodig hadden. Om dieven en brandstichters op veilige afstand te houden groeven ze een ringgracht omheen hun domein. Met de opkomst van het protestantisme kreeg de priorij het erg te verduren. De abt van Corbie durfde geen nieuwe jonge paters meer sturen en daarom besloot hij in 1559 zijn hele bezit te verkopen. In 1566 staken de bosgeuzen de gebouwen in brand. Zo kwam een eind aan een rijk stukje geschiedenis.

De Paneelhekwijk

De Madonna was zo’n 150 jaar geleden ingepalmd door het Vrijbos, toen Langemarcksche Boschkant genoemd. Op de detailkaart van de Atlas der Buurtverbindingen anno 1844 was zelfs geen dorp of gehucht te bespeuren, maar hier en daar een alleenstaande woning, het merendeel bereikbaar via smalle en onverharde voetwegels, waar enkel een kruiwagen kon passeren. Er liepen grote dreven door en rond het bos, met aan elke dreef een toegangshek. Aan de kant van de Paneeldreef ontstond een gehucht dat al snel de naam Paneelhekwijk kreeg. Het bos is er nu niet meer: weggeschoten in de Eerste Wereldoorlog en tussen 1942 en 1945 omgehakt omdat de mensen geen brandstof meer hadden.

De parochie

In 1933 vroegen de parochianen hun eigen kerk aan de bisschop van Brugge. Die stemde toe, maar de bouw ervan liet nog even op zich wachten. Van 1936 tot 1939 werd de mis opgedragen in de noodkerk (twee klassen van de jongensschool). Zowat zes jaar na de petitie, in 1939, was het zover: de aanbesteding voor de bouw van een nieuwe kerk gebeurde op 24 januari 1939. Drie maanden later werd de ‘eerste steen’ gelegd. Die plechtigheid vond plaats op zondag 16 april 1939 (Beloken Pasen). De parochiekerk onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen werd, nadat de relikwieën waren overgebracht van het klooster naar de kerk, op maandag 30 oktober 1939 plechtig ingewijd door bisschop Lamiroy. De klokkenwijding en de plechtige kroning van het beeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes volgden in 1955 en 1958.

Het paradepaardje van het kerkpatrimonium is ongetwijfeld het orgel, aangekocht door pastoor Louis Vanhoutte in 1957. Het oorspronkelijke orgel dateert van 1724 en werd gemaakt door Louis Delhaye, één van de bekendste orgelmakers in Vlaanderen. Orgels uit deze periode én van deze bouwer zijn zeldzaam. Het orgel werd uitgevoerd in Louis XVI stijl met Griekse en Romeinse stijlelementen. Op 17 mei 1999 werd het orgel geklasseerd omwille van zijn grote historische en wetenschappelijke waarde.

De seizoenarbeider

Seizoenarbeid was een handige uitweg om deze streek te behoeden voor ontvolking. De eerste seizoenarbeider vertrok in 1886; zijn naam was Jules D’almagne. De eerste etappe van ongeveer 35 km tot aan de grens legden de seizoenarbeiders te voet af, later gingen ze met de fiets. In Tourcoing kregen ze in het emigratiekantoor een stempel op hun ‘contracten’. Over hun schouder droegen ze een dubbele zak die ongeveer 25 kg woog. Langs de ene kant zat hun vers ondergoed en wat eten en langs de andere kant hun alaam. Ze werkten 6 dagen 1/2 per week en tot 14 uur per dag. Enkel op zondagnamiddag hadden ze wat rust. Uit oude schuldboeken van Ivo Demeersseman (°13.03.1837, † 10.10.1910), een bakker-winkelier en kleine landgebruiker, blijkt dat er zwarte armoede was in die periode. In zijn schuldboeken komen 41 namen voor, waarvan sommige meerdere jaren lang. Ze kochten het allernoodzakelijkste en betaalden terug wanneer ze konden. Zo kan je hier de schulden in 1887 volgen van Jan Six: azijn, zout, zeep, brood, mostaerd, terwe,... af en toe noteerde Ivo ontfangen, maar heel vaak werd daarmee slechts een deel van de schuld afgelost...

Inhuldigingen

De Madonnaparochie legde haar pastoors steeds in de watten. Wanneer een nieuwe pastoor aankwam op de parochie, kreeg hij uiteraard een uitgebreide inhuldigingsstoet. Pastoor Deltour mocht op 22 maart 1936 de spits afbijten. Elke vereniging had zijn eigen praalwagen. Zo was er die van de duivenbond, de erwtenplukkers, de bakkers, de boerewagen, de hemelwagen, ... Ook de inhuldiging van pastoor Vanhoutte bracht het dorp in volle feeststemming. Op 24 juli 1955 trok een stoet met 35 wagens en groepen door alle straten van de Madonna. Ze vertrok aan het station van Poelkapelle. Ook deze legendarische pastoor stond er op dat zijn schaapjes de zondagse plicht vervulden. En toen duivenmelkers naar de mis niet konden komen omdat zij naar de duivenberichten dienden te luisteren, verplaatste Vanhoutte de mis met plezier naar 6 uur ‘s morgens. Wie er niet was, kreeg steevast een bezoek van de pastoor. Marcel -Tjell voor de vrienden- liet hem weten dat hij geen schone kleers had om naar de kerk te komen om zijn Pasen te houden. Prompt bezorgde pastoor Vanhoutte hem een tweedehandskostuum en Tjell zat tot ieders verbazing met Pasen in de kerk. Goed geslaagd, toch voor twee zondagen: tot Beloken Pasen. Het kostuum, dat heeft Tjell echter behouden.

Een wijk vol cafés

In veel dorpen waren er vroeger veel meer cafés dan nu. Ook de Madonna was geen uitzondering. In de Paneelhekwijk kende men De Zon, De Ster (met daar tussenin toepasselijk café Het Midden van de Wereld, nu de Sportwereld); Ruyssen, De Hazewind, Transvaal, Pelikaan, De Merel, De Madonna, Het Munneken, De Bron en Het Vrijbos. Langs de boskant kwamen daar nog De Kwakkel, De Mangelaere, De Reisduif, De Waranda, De Honderd Gemete (nu Te Lande), De Nieuwe Leute en De Robaert Meulen bij. Kansen genoeg dus voor de inwoners om even de ellende van thuis te vergeten. De cafés waren zowat de enige plek waar men toen zich kon ontspannen: je kon er kaarten, biljarten, vloerbollen en vogelpikken. Vaak werden er ook hanengevechten gehouden achter het café, in openlucht. Toch was dit al sinds 1867 in België verboden. De wet van 1929 bevestigde dit nogmaals. Hanenmelkers moesten vanaf dan met hun wedstrijdhanen naar Frankrijk. De jaarlijkse kermis werd verdeeld tussen de twee wijken: zondag en dinsdag op de Paneelhekwijk én de maandag en koekezondag erop op de Boschkant. Danstenten werden opgericht naast de cafés en het feest werd op zondag afgesloten met onder meer een mastklimming. Ook wielerkoersen werden op beide wijken georganiseerd. Zelfs de pastoor werd hierbij betrokken: hij overhandigde de bloemtuil aan de overwinnaar.

Fotogalerij erfgoedhalte Madonna