Erfgoedhalte Ieper - Kazerne

1590: de Jezuïetenkerk

In 1590 werd op deze gronden de nieuwe Jezuietenkerk ingewijd. Hier stond voordien het grote huis van lakenhandelaar Steiven De Mol, maar die was al zijn goed kwijtgeraakt als straf voor zijn ketterij. Van de mooie kerk heeft slechts één voorwerp de tijd overleefd: de prachtige communiebank uit 1737 bevindt zich nu in de kerk van Elverdinge.

Naast hun Sint-Pieters- en Sint-Pauluskerk bouwden de Jezuïeten een klooster en een college. Op een kaart uit 1689 is het complex duidelijk te zien. Aan het Jezuietencollege dankt de Studentenstraat zijn bestaan en zijn naam. Nadat Jozef II in 1773 de Jezuietenorde afschafte, werden kerk en klooster door enkele andere kloosterorden gebruikt tot het in de Franse tijd als “zwart goed” werd verkocht. Rond 1800 werd het complex afgebroken.

1823: de voetvolkkazerne

In de Hollandse periode (1815-1830) was Ieper militair opnieuw heel belangrijk: de vestingen werden aangepast en het Kruitmagazijn werd gebouwd, niet toevallig dicht bij deze kazerne.
Op de gronden van het afgebroken Jezuietenklooster verrees tussen 1820 en 1822 de nieuwe “Voetvolkkazerne”. Maar dit volstond niet. Ook het Vlienderstraatje dat recht over de Onze-Lieve-Vrouwestraat lag, en de aanpalende huizen, gingen tegen de vlakte. Een jaar later werd de nieuwe infanteriekazerne in gebruik genomen. Zij kon onderdak bieden aan maar liefst 2.000 soldaten.

De kazerne was vierkant van vorm en had vier indrukwekkende gevels. Aan de De Montstraat en de Esplanade waren er indrukwekkende toegangspoorten.

19e eeuw: Ieper garnizoenstad

Ook na het ontmantelen van de vestingen, midden 19de eeuw, bleef Ieper op militair vlak belangrijk. Naast de infanteriekazerne was er nog een cavaleriekazerne (bij het Zaalhof) en een rijkswachtkazerne (nabij de Slachthuisstraat). Tal van foto’s en postkaarten verwezen naar het kleurrijke garnizoenleven.

1917: de infanteriekazerne tijdens Wereldoorlog I

Op 31 oktober 1917 namen Australische soldaten vanuit een kabelballon op ca 160 meter hoogte deze luchtfoto. Het gebouw deed toen dienst als onderkomen voor de Britse troepen. Aan de voorzijde, in de De Montstraat, houdt een vrachtwagencolonne halt. Links, aan de zijde van de Esplanade, zien we een smalspoorlijn lopen. (Foto: Imperial War Museum)

1921: de wederopbouw

Na Wereldoorlog I was de infanteriekazerne weliswaar zwaar gehavend, maar niet totaal vernietigd. Reeds in 1919 werd een gedeeltelijke wederopbouw bevolen. In de zomer van 1921 was dit werk af, met uitzondering van een definitief dak. De gevel, kant Esplanade, werd niet herbouwd, terwijl de gevel langs de Pompstraat pas later werd gerealiseerd.

De kazerne werd volgestouwd met een aantal administratieve diensten, waaronder de Rechtbank van Oorlogsschade, de belastingdiensten, de Dienst Bruggen en Wegen en de Rijksmiddelbare school. In de daaropvolgende tien jaar verliet de ene dienst na de andere het onafgewerkte en muffe gebouw. Hun plaats werd ingenomen door dakloze gezinnen. Al die tijd bleef het gebouw zonder afdoende bedaking. (© Antony d’Ypres, Oostende)

1935: het einde van de oude infanteriekazerne

In 1933 woonden er in de oude kazerne nog zo’n 20 gezinnen. Hun situatie was echter erbarmelijk: in september 1934 moest het stadsbestuur een verkeersverbod uitvaardigen voor de Studentenstraat omdat de neervallende stenen een gevaar vormden voor de weggebruikers. In januari 1935 werd de sloop bevolen. Een stukje Ieper dat jarenlang beeldbepalend was én de oorlog overleefd had, ging alsnog tegen de vlakte. In de plaats kwam er in 1937-1938 een nieuwe rijkswachtkazerne. Er is slechts een overblijfsel van de oorspronkelijke infanteriekazerne: de vierkante, voormalige paardenstalling aan de Pompstraat, in de volksmond beter bekend als “de bunker”.